Droominterview Peter R. niet in Libelle

door | 4 oktober, 2012

Daar dook hij dit weekend dan opeens weer op. Na een publiciteitsluwe periode. De actualiteit van twee moordzaken noopte diverse journalistieke media echter Peter R. de Vries naar diens visie en duiding te vragen. Vrijdag bleek hij de aangewezen gesprekspartner aan de tafel van Pauw&Witteman bij de vrijspraak van Ron P. in de zaak Anneke van der Stap. Zaterdag mocht het nieuws van het grootschalige DNA-onderzoek naar de moordenaar van Marianne Vaatstra evenmin aan hem voorbij gaan. De laatste keer dat ik hem zag en sprak was tijdens het Grote Interviewgala in Amsterdam.

Peter R. de Vries liet zich destijds in de Stadsschouwburg bevragen over het thema “Droominterview” en gaf telkens en terloops tips & trics voor de grote schare interviewers die zich in het Marnixtrappenhuis aaneen schaarde. Hoogstandje was uiteraard het briefje met vragen die De Vries voorafgaand van het tafeltje ter plekke had opgedist. Hij troefde Job de Haan daarmee af toen die hem vroeg hoe je je goed op een interview voorbereidt. “Door op tijd te zijn en en je ogen goed de kost te geven”, antwoordde Peter en hield het papiertje met gestrekte arm in de lucht. Zelden zag ik het woord ’triomfantelijk’ zo treffend verbeeld.

Droominterview(s)
Peters droominterview bleken er twee te zijn: die met Frans Meijer in Paraguay en Charlie da Silva in Chili. Eerstgenoemde dook Peter tien jaar na de ontvoering van biermagnaat Freddy Heineken op – ver van (én uit) de Nederlandse gevangenis. Het interview met de tweede leidde uiteindelijk tot een unieke gebeurtenis in Nederland; de regering diende geen toestemmingswet voor het huwelijk tussen Mabel Wisse Smit en Prins Johan Friso van Oranje-Nassau en sindsdien maakt de broer van Willem-Alexander geen deel meer uit van het Koninklijk Huis. Tja, zo’n vraaggesprekje doet er dan wel toe …
Zo’n journalist vraag je dus met recht hoe je het droominterview realiseert. “Je moet natuurlijk je huiswerk hebben gedaan”, opende De Vries nog cliché, “dan gaat het bijna vanzelf. Natuurlijk moet je ook bepaalde kwaliteiten bezitten, maar met een portie gezond verstand kom je heel ver. Luisteren is belangrijk; je moet het verhaal van iemand willen, echt wíllen, horen. Interviewen is opbouwen, is kansen afwachten, prikkelen, verbaal omsingelen.”

Onverschrokkenheid
“En natuurlijk moet je in mijn vak een bepaalde onverschrokkenheid bezitten. Anders moet je maar bij de Libelle gaan werken. Ik geef toe dat ik in de afgelopen 35 jaar best wel eens over de grens ben gegaan en sommigen te streng heb aangepakt. Maar anderen heb ik daarentegen met hun daden laten wegkomen.”
Hiermee geraakt Peter R. de Vries op het pad van de journalistieke (interview)ethiek. Heeft hij een boven- dan wel ondergrens? “Nou, je moet je natuurlijk gewoon aan de wet houden. Niet inbreken, niet omkopen bijvoorbeeld.” O? In het geval van Patrick van der Eem (de ‘interviewende’ chauffeur van Joran van der Sloot) dan?, riposteerde De Haan. “Die is gewoon betaald omdat hij een paar weken achtereen voor mij heeft gewerkt. Net zoals ik de cameraman betaal. Nee, ik word geregeld gebeld door mensen die in ruil voor belangrijke informatie geld willen hebben. Dan hang ik altijd schaterend op.”

Terwijl het vraaggesprek over de professionaliteit van (journalistieke) interviewers gaat, laat Peter desgevraagd ontvallen dat hij niet altijd te spreken is over de woordvoerders aan de kant van politie en justitie. “Ja, dat is soms tenenkrommend. Ik zet zeker vraagtekens bij de manier waarop sommige hun beroep uitvoeren.” Vanavond zag ik één hunner pioniers heftig reageren op de gastrol van Willem Holleeder in het NTR-programma “College Tour”. Nóg een Heineken-kidnapper. Wedden dat ze Peters mening weer gaan peilen?