Mediabewustzijn bij de Landmacht

door | 28 juni, 2012

“GOEDEMORGEN MAJOOR.” Zo startte elke sessie gelijkklinkend en roepend . De knapen en meiden van de ROC-richting “Veiligheid & Vakmanschap” – uit alle delen van Nederland – verbaasden mij met hun discipline en gemotiveerde houding. Mijn eerste vraag naar een paar vrijwilligers voor een experimentje was nauwelijks gesteld of vele vingers hingen in de lucht. Jongelui van 17, 18 jaar die actief meedoen, met ’twee woorden’ spreken en de vinger opsteken om te vragen of ze naar toilet mogen. Ze bestaan écht nog!

Als parttime voorlichter bij de Landmacht mocht ik deze maand een aantal dagen meerdere keren de lessen “Mediabewustzijn” verzorgen op de Generaal Spoorkazerne. Omdat Defensie beseft dat een open houding binnen en communicatie met de samenleving (belastingbetalers) betamelijk is, voelt zij ook de verantwoordelijkheid om militairen op de consequenties te wijzen en zelfvertrouwen alsmede tips mee te geven.

Naar alle waarschijnlijkheid is Defensie de enige grote werkgever die alle personeelsleden (duizenden!) schoolt in bewustwording van je eigen optreden in het openbaar. Steeds vaker bewegen militaire eenheden zich tussen burgerbevolking. Om het even of dat tijdens sociale patrouilles in uitzendgebieden is, dan wel bij Nationale Operaties tijdens de hulpverlening bij rampen of crisissituaties. Daarom maakt de les Mediabewustzijn onderdeel uit van iedere AMO: Algemene Militaire Opleiding.

Elke vierde week
Dus ook voor afgestudeerde Vmbo’ers (15, 16 jaar) die ter overbrugging via het ROC kiezen voor Veiligheid & Vakmanschap tot ze oud genoeg zijn om wettelijk te mogen solliciteren bij de krijgsmacht. Er bestaan twee niveaus: niveau 2 duurt 18-24 maanden (bereidt voor op een functie als soldaat/matroos/marinier of korporaal) en niveau 3 duurt 30-36 maanden en bereidt voor op de functie van onderofficier. Sport en militaire activiteiten zijn belangrijke onderdelen van de opleiding.
Na drie weken op school zijn de leerlingen in elke vierde week op de kazerne (of bivak), lopen in militair uniform en volgen lessen in zelfverdediging, stressbestendigheid en militaire EHBO. Ze ervaren teamgeest en discipline en werken aan hun fysieke en mentale conditie.

Publieke relaties
Het overige programma op de dagen dat ik mijn lessen aan groepen van 20-30 jongens en meisjes gaf, bestond uit klimtoren, onderhoud en kaartlezen, naast de gebruikelijke activiteiten als corvee, en maaltijd (bereiden). De dag begint vroeg en de agenda is gevuld tot half tien ’s avonds. Zoals gezegd beoogt Defensie met Mediabewustzijn enerzijds te bereiken dat iedere militair enigszins inzicht krijgt in de rol/functie van journalisten (democratie – vrijheid van meningsuiting), de positie van de krijgsmacht in de samenleving (volksvertegenwoordigers beslissen, inkomsten uit belastingen) en het feit dat ze nu eenmaal blikvangers zijn.
Anderzijds krijgen ze ook een aantal handvatten (onder andere ‘De acht gouden regels’) om met zelfvertrouwen en op een normale manier met anderen te communiceren. Zodat elke militair leert te begrijpen hoe je ‘publieke relaties’ onderhoudt.

“Geen commentaar”
Werkelijk verrassend is om mee te maken hoe deze jong-volwassenen hebben nagedacht over hun toekomstige beroep. (Na deze opleiding volgt nog de ‘echte’ keuring voor het arbeidscontract). Ik raakte steeds enthousiaster door de participatie en discussie tijdens de diverse items. We begonnen bijvoorbeeld met de positieve en negatieve beeldvorming bij een militaire organisatie. Feilloos! Ook bij de onderdelen ‘Wat zijn media?’, ‘Wat doen journalisten?’ en ‘Wat is nieuws?’ kwamen de juiste aspecten uiteindelijk wel naar boven.
Amusant is altijd als ik een paar militairen in een oefensituatie interview. Tot mijn grote vreugde klonk nooit “Geen commentaar”. Zeg dan gewoon waarom je niet wilt praten. Bovendien; je bent nooit verplicht om iets te zeggen.
Zolang men geen operationele (belemmering bij uitvoering van taken dan wel in gevaar brengen van mens en materieel) informatie prijsgeeft en de normale grondwettelijke beschaafdheid in acht neemt is iedereen vrij te zeggen wat hij wil.

8 Gouden regels
Zo heb ik mij uiteraard ook afgevraagd of ik deze blog kan publiceren. Toevallig verscheen deze week in het magazine “Landmacht” een artikel over de participatie van Defensiepersoneel binnen sociale media. De communicatiebaas van Commando Landstrijdkrachten stimuleert juist de aanwezigheid van Landmachters op de diverse fora. Wel dienen Defensiemedewerkers zich net als alle ambtenaren af te vragen in hoeverre onze uitingen zich verhouden tot onze beroepsuitoefening.
Ons ministerie heeft hierbij Aanwijzing SG /A793 als extra richtlijn voor Defensiemedewerkers. Ook in dit geval betreft algemene beschaafdheidsprincipes; zoals het respecteren van ieders mening en het niet schaden van andermans privacy. Ik heb voor bijgaande foto vooraf de commandant als ook de leerlingen toestemming gevraagd en gepolst of zij bezwaar hadden tegen een foto van achteruit het leslokaal. Ik schrijf hier over mijn eigen ervaringen en ook dat is geen probleem.

Verder staat de meeste informatie tevens op allerlei openbare websites. En elke militair heeft tevens de InstructieKaart 2-1251 op zak (dus geenszins geheim) met de acht gouden regels:

1. U bent het visitekaartje van de landmacht;
2. Vraag de journalist wat hij van u wil weten;
3. Licht uw commandant of voorlichter vooraf in;
4. Bepaal vooraf uw boodschap, wat u gaat zeggen;
5. Praat alleen over uw eigen opdracht, uw eigen eenheid en uw eigen functie;
6. Ga niet in op geruchten en ga niet gissen als u het niet weet;
7. Geef korte begrijpelijke antwoorden, vermijd afkortingen en vaktaal;
8. Een journalist werkt 24 uur per dag, ook tijdens informele contacten.

Op de websites van Defensie staat voor liefhebbers een overzicht van de diverse sociale media.