Groningen Paraat

door | 23 februari, 2012

Het meeste waard zat ‘m toch weer in de staart bij “Groningen Paraat”. Nee, ik bedoel niet die mand met heerlijke authentiek-Groningse producten die de deelnemers aan deze netwerkdag van Crisismanagement Groningen meekregen. (Toppie hoor, die Grunneger Kouke van Knol, de Mollebonen, Knappertjes, Olle Griezen, ’t alcoholrijke Klokje en Smulsaus). En ook niet het ondertekenen van het convenant door de burgemeesters binnen Veiligheidsregio Groningen. Nee, ik liet me verrijken door de workshops van Lodewijk van Wendel de Joode en Roy Johannink. En tja, dan gaat het (zelfs binnen rampenbestrijding) weer gewoon ordinair over … Communicatie …

Nieuwe Contacten
Vandaag nam ik als liaisonofficier (reservist) Nationale Operaties van 43 Gemechaniseerde Brigade deel aan deze netwerkdag namens Defensie. Natuurlijk moest ik ook een uurtje de stand bemensen, maar dankzij de grote groep Landmachters was er een grote mate van vrijheid. Daardoor kon ik veel bekenden uit het werkveld van crisisbeheersing & rampenbestrijding ontmoeten, maar gelukkig ook nieuwe contacten aanknopen (en eerder vanavond al weer bestendigen via LinkedIn).

Met bijvoorbeeld Eduard van Zuijlen (Menterwolde) waarmee ik de burgemeestersgame onder begeleiding van Wouter Jong speelde. Heel leerzaam om in een bedacht scenario van “De Fatale Brand” de rol van voorzitter van het (Regionaal) Beleidsteam te voelen en in die hoedanigheid beslissingen te nemen. Tijdens het rondlopen in de Euroborg merk je pas wat Hulpverlenend Groningen vermag. Dat is best indrukwekkend hoor. Ondanks veel gehoorde kritiek staat er toch een organisatie van professionals die met veel materieel, geregeld oefenen en dagelijks leren door te ervaren in ernstige tijden de rug recht om de samenleving voor erger leed te behoeden. In mijn onschuld bedacht ik me dat er vandaag maar niets moest gebeuren omdat heel hulpverlenend Groningen in de Euroborg verenigd was. Via mijn twitteraccount schamperde ik dan ook: “Nee, bij gebrek aan belangstelling vandaag noch ongeluk noch noch . Hulpverleners zijn immers bij .”

Slagroomtaart
O ja, Bevolkingszorg. Vandaag een communicatieve treffer voor dit instituut genoteerd. Bij binnenkomst kregen we een briefje in de hand waarbij de leukste tweet met hashtag GroningenParaat en het woord Bevolkingszorg erin met een taart werd beloond. Ik mocht met bovenstaande knipoog helaas niet winnen, maar slim bedacht deze actie. Voor slechts ��n slagroomtaartje ben je bijna ’trending topic’…

En dan nog de andere communicatielessen. Lodewijk bouwt als senior-communicatieadviseur van het Nationaal Crisis Centrum (NCC) een schat aan ervaring op. Die deelde hij – in helaas een kwartiertje – met de deelnemers aan de workshop NCC/LOCC. Duidelijk is dat ondanks alle opgebouwde expertise er in cruciale fases in een crisis nog steeds onbegrijpelijke uitglijders worden gemaakt, maar ook dat crisiscommunicatie zich professionaliseert en professionaliseert.

Schokkend
En bij Roy Johannink leerde ik in mijn laatste sessie nog maar eens wat de toenemende invloed van sociale media veroorzaakt. Op zich schokkend. Hij vertelde over een viertal gevallen waarin mensen waren verongelukt en waarbij verspreiding via Twitter en Facebook zo snel verliep dat de naaste familie het slechte nieuws via sociale media vernam, voordat de politie aan de deur stond. Ook dat is moderne communicatie …

En hij benoemde de zogenoemde ‘M-factor’ De ‘maatschappelijke’ factor. Hulpverleners realiseren zich soms niet wat hun doen (en laten!) teweeg brengt bij omstanders cq publieke opinie. Hij liet een dia zien van brandweerlieden die elkaar fotografeerden tijdens de brand in Moerdijk. De gezellig poserende brandweermensen met een grote vuurbal op de achtergrond doet de buitenwereld denken dat zij er niets aan doen. Terwijl de strategie was om de vuurzee gecontroleerd te laten uitbranden. Of tijdens een inzet buitenom (de langste route) de brandhaard rijden, omdat binnen het crisismanagement was afgesproken om ��nrichtingsverkeer op de rampplek in te voeren. Ter voorkoming van opstopping e.d. De buitenwereld weet dat niet en interpreteert dit (al of niet dankzij vermenigvuldiging via sociale media) als tijdverliezend (dom) en onprofessioneel.

Eigenlijk moet je het dus als de ‘SM-factor’ betitelen, maar dat durfde Johannink niet aan vanwege de vunzige gedachte die SM bij de gewone man/vrouw oproept.