Vandaag groot nieuws: ‘Jongeren lijden aan sociale mediastress‘� Puur toeval dat dit naadloos aansluit op mijn sociale media-ramadan; vanaf 04/04 ben ik 04 weken niet actief geweest op Twitter, LinkedIn en Facebook. Sinds 04 dagen ben ik weer te volgen en ik deel hier graag mijn overwegingen en ervaringen. Waarom heb ik – en blijkbaar velen met mij -� zo’n onbeheersbare behoefte om rond te toeteren wat ik doe, waar ik in ge�nteresseerd ben, wat me behaagt en waarover ik zo nodig een mening wil uitdragen? Die vraag heb ik de laatste weken zeer zeker aan mezelf gesteld. Ook wel eerder, maar nu toch eens met enige strengheid. Eigenlijk bizar hoe ik het afgelopen jaar in die draaikolk van digitaal exhibitionisme geraakte.
Natuurlijk, als freelance journalist publiceerde ik ruim vijftien jaar dagelijks en ervaarde ik de meeste uitzendingen of kolommen in kranten/magazine als de finale bevrediging van oplettendheid, interview, onderzoek, taalspel en (soms nachtlang) inspanning. Maar daarbij speelde mijn eiegn persoontje nauwelijks tot geen rol. Oprechte journalistiek is namelijk gespeend van eigen mening of zelfverheerlijking (tja, tegenwoordig lijken de verslaggevers prominenter in beeld gebracht dan de geïnterviewde …).
Openbaarmaking dus met een algemeen (maatschappelijk) doel en niet om de goegemeente te verblijden met de dagbesteding van mijn persoontje. Als communicatieadviseur uitte ik ondanks mijn journalistieke incubatie het afgelopen decennium de nodige terughoudendheid en scepsis over sociale media. Maar in deze branche is dat bijna beroepsmatige suïcide, want wie niet met de moderne tijd wil meedeinen …?
Schoorvoetend
Ik herinner me nog goed dat Ronald Hoeks – communicatiecollega bij Commando Landstrijdkrachten -� bij een 360 graden feedback me wederom aanspoorde met LinkedIn te beginnen. Het waren mijn eerste stapjes op het sociale mediapad. Schoorvoetend. Maar ja, gewend aan ‘in the picture‘ te verkeren, volgde Twitter een jaar later (wer-ke-lijk, ik vervloekte aanvankelijk de Innovators en� Early Adopters van zo’n zinloos masturbatiemedium …) en nu sinds enige maanden actief Facebook.
En toch, ondanks het grappige, nuttige, leerzame of noodzakelijke ervan … ik bemerkte nog steeds een innerlijke belemmering. Inderdaad, mede gevoed door alarmerende berichtgeving over de machtige positie van mastodonten als Google, Apple en Facebook. Je gaat elke keer zonder ze te lezen akkoord met de (nieuwe) voorwaarden om maar zo snel mogelijk de actueelste app te laden. En de zorgwekkende groei van internetcriminaliteit. Als ik dan toch mijn kwetsbaarheid op straat gooi, neem dan toch nog eens even een paar weekjes de tijd om me dat te realiseren! Bezint als Ge reeds begonnen bent …
Reden
En dat was de grootste reden om er een tijdje mee te stoppen. Een andere was van beroepsmatige aard. Werkzaam in de communicatiebranche wilde ik eens weten, voelen, ondergaan wat een onthouding met je doet. Kan je er gemakkelijk tussenuit knijpen. En heeft dat consequenties? Misschien voor mijn opdrachten, mijn bekendheid, mijn volgers …? Bovendien had ik me opgegeven voor een seminar op 27 april en het geleerde die dag zou wellicht een ideale renaissance voor mijn sociale mediamix kunnen zijn.
Nieuwsgierigheid
En hoe was het dan? Om maar met de deur in huis te vallen; het was best lastig! Verslaafd? Mmmmmmm …. ehhh …. een beetje? I confess; it became a part of my life. Het zelf niet meer posten van informatie viel alleszins mee. Daarmee had ik geen enkele moeite. Gelukkig, met mijn drang om mezelf in de spotlights te zetten valt het dus best mee (hoewel ik er niet vies van ben, nee). Meer moeite had ik om mijn nieuwsgierigheid te bedwingen. Het is toch wel lekker makkelijk om met je iPhone in je handpalm de verwikkelingen en vaknieuwtjes van je relaties te volgen. En dat is feitelijk het grootste compliment voor iemand die pretendeert journalistieke communicatie te bedrijven! Na anderhalve week van compleet ‘vasten’ heb ik daarom vervolgens wél passief gesocialemedieerd.
Waarheid
Niettemin, in de beginjaren van mijn onderneming (vooral toen ik me specialiseerde op het schrijven voor ondernemersmedia als de Kamerkrant, OndernemersZaken – van Kluwer -, Groninger Ondernemers Contact enzovoorts) bezocht ik elke dag gemiddeld twee relaties om op de hoogte te zijn en blijven van hun persoonlijke belevenissen, de ontwikkelingen in bedrijfsleven en openbaar bestuur alsmede de samenhang in de samenleving van Noord-Nederland. Tegenwoordig besteed ik diezelfde tijd aan het bekijken van honderden individuen. Twijfel heb ik wel over het werkelijkheidsgehalte, want de persoonlijke gesprekken met onderling vertrouwen leverden wat dat betreft meer interessant nieuws. Maar ja, BESTAAT ER TEGENWOORDIG NOG EEN WAARHEID???
Sociale mediacode
Wat ik ook best wel moeilijk vond, was dat ik niet op anderen ‘mocht’ anticiperen. Op de een of andere manier schaam je je als je niet binnen 24 uur reageert als iemand zich tot jou richt. Zo heb ik eergisteren ineens (bijna) alle verzoeken om te LinkedInnen en’Vriendjes te worden geaccordeerd. Ik kreeg diverse andere verzoeken en vragen die ik moest laten liggen. Gek hè, dat je daar de kriebels van krijgt? Er bestaat toch een soort sociale mediacode om ook maar elke keer terug te communiceren als iemand op je digitale bel drukt ( c.q. deur klopt). Aan de andere kant; het voelt ook goed om die anderen even te laten weten (“vind ik leuk”) dat je van hun mededeling hebt kennis genomen en zo die contacten met anderen in een klein kwartiertje te bevestigen.
In dit verband noem ik ook mijn moderator-rol bij meerdere GROUPs op LinkedIn (zoals Journalistieke Communicatie, Nationale Operaties 43e Gemechaniseerde Brigade, Stichting Donorkind) plus die Twitteraccounts alsmede het project ‘Interviewen & sociale media’ (actief op diverse platforms) dat deels heeft stilgelegen. Is vier weken reactietijd anno 2012 dodelijk?
Accepteer!
En nee; het was zeker niet om te maskeren dat ik het niet direct druk had. Geen windowdressing. Juist eerder om meer tijd te hebben voor al die andere activiteiten. Ik bespaar jullie alle happenings en werkzaamheden, maar genoeg en soms voldoende smeuïg om het nog een keer op te sommen. En heeft ’t nog iets opgeleverd? Zeker. Het was inderdaad een stuk rustiger; zowel qua tijd als in mijn hoofd. Wat dat betreft ben ik wel een beetje afgekickt. Het is nu meer ‘mogen’ dan ‘moeten’. Dat wil niet zeggen dat ik het voorheen als verplichting voelde, hoor. Geenszins. En ik wil met name de werkgerelateerde berichten nuttiger voor mijn ‘connecties’ laten zijn. Tips, verwijzingen en humor.
En de wat meer filosofische les: ik accepteer zo langzamerhand dat iedereen veel over mij weet. Ik accepteer zo langzamerhand dat we niet meer mét media leven, maar dat iedereen een medium is en zijn eigen waarheid creëert. Ik accepteer zo langzamerhand dat ik gevaar loop dat iemand met mijn gegevens (JA, misschien met mijn identiteit …) op de loop gaat. En ik accepteer zo langzamerhand dat de wereld vluchtig is en dat er nog nauwelijks plaats voor verdieping is. Maar ik weiger te accepteren dat ik alleen per computer met mijn relaties communiceer. De persoonlijke ontmoeting vind ik heerlijk en onvervangbaar. Dus reken erop; ik kom binnenkort weer bij je langs en voel je vrij om mij te bellen voor een ‘KoffieKlets’ alhier.